Economie

Energietips en hun invloed op het E-peil

Europa en Vlaanderen leggen ons almaar strengere eisen op voor het energieverbruik in onze eigen woning. Hoe kunnen we nu energiezuinig (ver)bouwen? We zetten de belangrijkste grondbeginselen even op een rij.

Een voorbeeld van strenge energie-eisen die de overheid stelt, zijn de hogere eisen voor de EPB-regelgeving. Alle woningen – waarvan de stedenbouwkundige aanvraag is ingediend na 1 januari 2012 – moeten een E-peil 70 scoren. Daarnaast moet het aantal koudebruggen – of koudeknopen zoals ze in de EPB worden omschreven – moet tot een minimum worden beperkt en vooral de isolatie van daken en muren moet een beetje beter. Dit betekent dus beter isoleren of kiezen voor een beter presterend isolatiemateriaal.

Bouw compact

Maar het geheim van een energiezuinige woning schuilt in meer dan het isolatiepakket alleen. Het zit in veel meer. Alles begint al op de ontwerptafel of zelfs bij de aanschaf van het bouwperceel. De goede oriëntatie van het perceel en de compactheid van de woning zijn een belangrijk uitgangspunt.
Compact bouwen betekent dat je de woning zo bouwt dat het bewoonbare volume binnen een zo klein mogelijke buitenoppervlakte valt. Hoeveel te kleiner de muuroppervlakte die in contact staat met de buitenomgeving, des te minder warmte er via deze weg verloren kan gaan.
Rijwoningen zijn in dat opzicht dus compacter dan een halfopen woning en die scoort logischerwijs beter inzake energieverlies dan een open bebouwing. Wanneer we enkel naar een vrijstaande woning kijken, is een kubusvorm energiezuiniger dan een langgerekte balkvorm. Beiden doen het dan weer beter dan een balkvolume met aangebouwde volumes. De invloed van de compactheid wordt mee in rekening gebracht op het niveau van thermische isolatie en energieprestatie in de E-peilberekening.

Zet in op isolatie

Een tweede en vrij gemakkelijk te realiseren stap in energiezuinigheid is isoleren. De aanschaf van isolatie is relatief goedkoop op de totale bouwkost en laat zich bovendien enorm snel terugverdienen. De investering in isolatie van een hellend dak is op minder dan een jaar uitgezweet. Vandaar ook dat de overheid net op dat punt de eisen verstrengt.
Bij isoleren is het van belang dat de totale buitenschil wordt geïsoleerd, dus niet alleen de wanden en het dak, maar ook de vloeren en de beglazing. Vooral de vloeren worden stiefmoederlijk behandeld. Ze worden niet of ontoereikend geïsoleerd. Zelfs vandaag nog, ondanks de verplichting in de EPB-regelgeving.
Vandaag kiezen voor hoogrendementsbeglazing met een U-waarde van 1,1 W/m²K is de standaard. Maar wees je ervan bewust dat de beglazing die momenteel wordt gebruikt in passiefhuizen (U-waarde 0,6 à 0,5 W/m²K) over pakweg 5 jaar de standaard zal zijn voor ‘traditionele’ woningen. Al zal die term dan lang niet meer te vergelijken zijn met wat een traditionele woning vandaag nog betekent inzake energieverbruik. We zitten op een trein die op snelheid aan het komen is, en wie er nu niet opgesprongen is, zal voor altijd op het perron blijven staan.

Werk luchtdicht af

Goede isolatie in de wanden en de daken - maar met een enorme kier in de overgang tussen dak en muren - verliest een deel van zijn waarde. Want ieder gat is een warmtelek. Luchtdicht bouwen vraagt geen zware financiële inspanningen. Het komt er vooral op neer de overgangen tussen muren en schrijnwerk (ramen, deuren,…) en muren en dak luchtdicht te maken door het gebruik van een aangepaste folie.
Bepleisterde wanden zijn door deze afwerking al luchtdicht. Een dak maak je luchtdicht met een folie, die folie kan meteen de rol van dampscherm – of rem vervullen. Een must bij de plaatsing van minerale isolatie. Ook de inspanningen inzake luchtdicht bouwen worden beloond in het uiteindelijke E-peil.

Ventileer… liefst energievriendelijk

Wanneer we kieren en gaten maximaal dichten, zal de woning zich als een thermoskan gedragen. Dat wil ook zeggen dat vervuilde lucht – door erin te leven – niet ververst wordt. Om onze gezondheid en het leefcomfort te vrijwaren, moeten we daarom ventileren. Dit houdt meer in dan enkele vensters een paar uur per dag openzetten. Op die manier gaat er immers te veel energie verloren. Ventileren moet je overigens doen om op momenten dat een ruimte wordt gebruikt. Een slaapkamer verlucht je dus niet overdag, maar ’s nachts wanneer je erin slaapt.
Het principe van een goede basisventilatie is gebaseerd op de toevoer van verse lucht, de doorstroming van lucht en de afvoer van vervuilde lucht. De toevoer van de verse lucht gebeurt via de droge ruimtes – woonkamer, slaapkamers, … Van hieruit moet de lucht via de tussenruimtes – traphal, gang, … - naar de natte ruimtes – badkamer, keuken, toilet, … - doorstromen. Daar wordt de lucht tot slot afgevoerd.

Ventileren kan op een natuurlijke manier, een mechanische manier of een combinatie van deze twee methodes gebeuren. Bij natuurlijke ventilatie gebeurt de aan- en afvoer van de lucht op een ongedwongen manier. De lucht wordt aangevoerd via roosters in ramen of muren. De vervuilde lucht wordt afgevoerd via verticale kanalen – bijvoorbeeld een schoorsteen – met regelbare roosters.
Voor mechanische ventilatie wordt gebruik gemaakt van elektrische ventilatoren om de aan- en afvoer te controleren. Bij de combinatie van beide principes kan de lucht op een natuurlijke manier worden aangevoerd en met behulp van een ventilator worden afgevoerd, of vice versa.

De meest energievriendelijke ventilatiemethode is mechanische ventilatie – ook wel omschreven als systeem D. Bovendien kan je de warmte uit de afgezogen lucht ook nog eens gaan recupereren. Via een warmtewisselaar wordt de warmte dan overgedragen op de verse buitenlucht voor deze de woning wordt ingeblazen. Op die manier bespaar je niet alleen op verwarmingskosten, maar verhoog je ook het leefcomfort. Deze manier van ventileren wordt ook wel balansventilatie genoemd.
De EPB-regelgeving verplicht ventileren en beloont die beter naarmate de gekozen ventilatiemethode energievriendelijker wordt.

Benut zonnewarmte

Deze maatregel moeten we eigenlijk niet uitleggen. Het spreekt voor zich dat het gebruik van gratis energie alleen maar aangemoedigd kan worden. De EPB-regelgeving doet dat dan ook. Profiteer dan ook maximaal van de zon door een goede oriëntatie en indeling van de woning. Een goede opvatting laat toe in de winter en de tussenseizoenen maximaal zonnewarmte binnen te halen. In principe wordt best 40 à 60% van de totale raamoppervlakte tussen zuidoost en zuidwest georiënteerd. Beperk daarentegen het aantal en de grootte van de vensters aan de noodkant van de woning. Plan hier functionele ruimtes zoals berging, gang, toilet, eventueel garage,… zij kunnen het met minder daglicht stellen.

De zonnewarmte die door de ramen binnenvalt, wordt opgeslagen in de materialen in de woning (bouwblokken, beton in de vloerplaten, keramische tegels, … Wanneer het ’s avonds afkoelt, geven deze materialen hun warmte langzaam af aan de ruimte.

De grote uitdaging is echter te voorkomen dat de ruimtes in de zomer te sterk opwarmen. Dit kan met een architecturale ingreep – zoals de plaatsing van een oversteek of overkraging – of door de plaatsing van luiken of – liefst externe – zonwering. Ook een hoogstamboom voor een grote raampartij kan soelaas bieden. In de zomer draagt hij bladeren en houdt zo de zon tegen. In de winter en het voorjaar kan de zon wel rijkelijk binnenvallen aangezien de boom zijn bladerpakket dan kwijt is.
Ook hier wordt je beloond in het aantal E-punten naargelang de maatregelen die je hier neemt.

Verwarm energiezuinig

Last but not least is de keuze voor een zuinige en goed afgestelde verwarmingsketel. De standaard is vandaag een condensatieketel. Dat is op financieel vlak bovendien een heel interessante oplossing. Wil je de verwarmingskost nog verder terugdringen dan kan je overwegen om de installatie aan te vullen met een zonneboiler. Op mooie dagen neemt die de productie van sanitair warm water – en soms zelfs voor de verwarming – volledig voor zijn rekening.
Goed om weten, des te beter je woning geïsoleerd is, des te minder zwaar je verwarmingsinstallatie kan zijn. Met andere woorden: door meer geld uit te geven aan je isolatie, kan je een deel besparen op je verwarmingsinstallatie.
Waak er bij de plaatsing van de leidingen over dat de warmwaterleidingen goed geïsoleerd worden om warmteverliezen te beperken. Zelfs leidingen die in een chapelaag verwerkt worden, isoleer je best.
Verwarmen en warm water produceren kan tot slot ook met een warmtepomp. Wees je ervan bewust dat deze techniek nog gevoelig duurder is dan een condenserende verwarmingsketel. Je wordt er wel beter voor beloond in het E-peil.

Verbouwen

Niet alleen in nieuwbouw, ook bij grondige verbouwingen moet je rekening houden met de EPB-regelgeving. De eisen zijn weliswaar minder streng dan die voor een nieuwbouw, maar bedoeling is hier ook dat je een zo laag mogelijk E-peil haalt.

Wat met bestaande woningen?

Heb je na 2006 gebouwd en zit jouw woning tussen E100 en E80? Op zich is dat geen probleem. Spijtig dat je geen extra inspanningen leverde om beter te willen doen dan de norm. Op korte termijn betekent dit dat je woning meer energie zal verbruiken dan de woningen die vandaag aan de nieuwe E70-verplichting voldoen. Je zal met andere woorden meer van je maandinkomen op zien gaan aan energiekosten.
Op lange termijn – wanneer de woning in de verkoop komt te staan – zal het E-peil mee wegen in de waarde van de woning. Dat leert ons alleszins al de praktijk in andere Europese landen waar de EPB-regelgeving al langer van kracht is en de woning dus ook al langer over een energiecertificaat beschikken.
Wil je die negatieve gevolgen beperken, dan kan je mits beperkte ingrepen nog bijsturen in de isolatiewaarde van de woning en het E-peil. Vaak is er nog wel mogelijkheid om het hellend dak extra te isoleren, vloeren te isoleren (bijvoorbeeld door de zoldervloer te isoleren) buitenzonwering te plaatsen, de ventilatievoorziening verbeteren,…

Oude woningen

Woningen ouder dan 2006 lijken nu door de mazen van het net te glippen. Niets is minder waar. De Vlaamse overheid heeft met ‘energierenovatieprogramma 2020’ een actieplan om ook de bestaande woningen gevoelig energievriendelijker te maken. Dit plan voorziet erin dat alle daken tegen 2020 geïsoleerd zijn, dat enkel glas vervangen is door isolerend glas en dat verouderde verwarmingsketels vervangen zijn door energievriendelijke oplossingen. Bij de volledige uitvoering van het programma zal het energieverbruik van de gemiddelde Vlaamse woning met 30% verminderen.
De overheid wil de eigenaars van bestaande woningen in eerste instantie vooral via premies stimuleren tot het nemen van deze maatregelen.
 

Mis de laatste bouwnieuwtjes niet!

Ontvang onze wekelijkse updates vol nuttige tips over bouwen en verbouwen.

Wens je deze folder te lezen? Vul dan eenmalig je email adres in