Aanbevolen partners

Logo Unilin - Isolatie, dakbedekking
Saint-Gobain Isover Benelux - Isolatie
Logo Sto NV
logo Xella
Isoleren

Vloerisolatie: vergeten isolatie

’t Is omdat de overheid ons verplicht, anders zouden de vloeren in onze woningen amper of niet geïsoleerd worden. Nochtans gaat 10 tot 15% van de warmte via de vloer verloren. En belangrijker nog: een koude vloer voelt oncomfortabel aan wanneer je er met blote voeten op staat. Kortom, vloerisolatie is zinvol en er zijn voldoende opties. Pol Van Acker van UNILIN, division insulation is onze gids.
Vloerisolatie kan op verschillende manieren worden uitgevoerd. Bij een nieuwbouw zijn er twee belangrijke principes:
 
  • Isolatie op de draagvloer met gespoten PUR

    Op de betonnen draagvloer worden leidingen geplaatst. Hierop wordt vervolgens de gewenste laag polyurethaan gespoten.
  • Isolatie op de draagvloer met vlakke isolatieplaten

    De isolatie wordt in dit geval als derde stap in de vloeropbouw geplaatst. Na de betonnen draagvloer worden de leidingen met een uitvullingslaag geplaatst. Op deze vlakke ondergrond komen vervolgens de vlakke isolatieplaten.
  • Isolatie onder de draagvloer

    In dit geval ligt de isolatie letterlijk onder het gebouw. De ondergrond dient eerst voorbereid te worden om een vlakke werkvloer met een zekere drukvastheid te krijgen. Hierop worden de isolatieplaten gelegd en daarop stort de aannemer vervolgens de betonnen vloerplaat voor de woning of kelder.
Isolatie onder de draagvloer komt niet vaak voor. De meest toegepaste werkwijze is vandaag de isolatie op de draagvloer. Zeker bij het gebruik van vloerverwarming is het aangewezen de isolatie bovenop de draagvloer te plaatsen. Om een koudebrug te vermijden ter hoogte van de muuropbouw, moet de kimlaag (de eerste bouwblok) in een isolerende steen worden uitgevoerd. Vaak wordt hiervoor cellenbeton of cellenglas gebruikt. “Het gebruik van isolatieplaten ten opzichte van ter plaatse gespoten PU-schuim heeft een aantal voordelen. De platen worden in de fabriek geproduceerd met een gecontroleerde kwaliteit. Zo worden de drukvastheid en stabiliteit van het schuim – ook bij grotere diktes – aan een kwaliteitscontrole onderworpen. ATG-certificaten op de platen garanderen de isolatiewaarde. De ontwikkeling van verbeterde recyclagetechnieken zal er voor zorgen dat de isolatie op het einde van de levensduur van de woning gerecycleerd kunnen worden. Dat zal veel moeilijker zijn bij gespoten PU-schuim. Welke techniek je ook kiest, het is aangewezen de detaillering vooraf goed te overdenken,” vertelt Pol Van Acker.

Aandachtspunten

Bij de keuze van vloerisolatie dien je rekening te houden met enkele aspecten:
 

Drukvastheid

“Een eerste is de drukvastheid van de isolatie. Die wordt uitgedrukt in kPa (kilo Pascal). Voor PIR-isolatie ligt de drukvastheid op 150kPa. Dat komt overeen met een draagkracht van 15 ton per vierkante meter. Bij een doorsneewoning moet je rekenen op een vloerbelasting tussen 200 en 500kg/m². Met 150kPa heb je dus een ruim voldoende drukvastheid,” aldus Pol Van Acker. 

Isolatiedikte

Om de totale hoogte van de woning zo optimaal mogelijk te benutten, moet de vloeropbouw doorgaans zo dun mogelijk gehouden worden. Pol Van Acker licht toe: “Toch schrijft de wetgever een bepaalde isolatie-waarde voor. De verplichte R-waarde in Vlaanderen varieert tussen 1,4 en 1,75m²K/W. In de praktijk is een R-waarde van 4,5m²K/W geen uitzondering meer. De regel om de vloerdikte zo beperkt mogelijk te houden en toch aan deze regel te voldoen is het kiezen van een isolatieproduct met een lage lambdawaarde.”
 

Vochtmigratie

Een vaak vergeten aandachtpunt volgens Pol Van Acker is het voorkomen van vochtmigratie doorheen de vloeropbouw. “Om dat te vermijden, adviseren we twee lagen PE-folie van minimum 0,2mm dik te plaatsen: eentje onder de isolatie en een op de isolatie. Die laatste laag ligt dus tussen de isolatie en de dekvloer of betonlaag.”

Vloerisolatie bij renovatie

In een renovatieproject ben je nog niet wettelijk verplicht om vloerisolatie toe te passen. Toch is het een aanrader, al was het maar met het oog op comfort. “In oude woningen zijn de vloeren vaak op en zavelbed gelegd. Hier is het aangewezen het vloerniveau 20 à 30cm af te graven, een betonnen druklaag te storten en vervolgens de isolatie tussen PE-folie te plaatsen. Eventueel kunnen leidingen al onder de isolatie geplaatst worden. Dan is een afwerking met een uitvullaag nodig om een vlakke ondergrond te krijgen. Op de isolatie kun je eventueel vloerverwarming plaatsen en tot slot een dekvloer met wapeningsnet.”
In een bestaande woning kun je vanuit een kelder of kruipkelder de vloerplaat ook nog isoleren. De isolatieplaten kunnen gelijmd of geschroefd worden tegen het kelderplafond.

Welke vloeren isoleren?

Wettelijk gezien volstaat het de vloeren te isoleren die in contact staan met de buitenomgeving of een volume dat niet tot het beschermd volume behoort. Toch is het zinvol ook de verdiepingsvloeren te isoleren. Zo vermijd je dat warmte uit de leefruimtes naar de vaak onverwarmde (slaap)kamers op de verdieping verloren gaat. 

Vier gouden tips

Pol Van Acker besluit zijn toelichting met vier gouden aandachtspunten om te komen tot een correcte vloerverwarming: 
  • Zorg voor een mooi vlakke ondergrond. Zo sluiten de isolatieplaten onderling mooi aan en vermijd je kieren
  • Plaats een isolerende randstrook tussen de dekvloer en het metselwerk van de wanden
  • Plaats een PE-folie onder en op de isolatie om vochtmigratie te vermijden
  • Informeer je degelijk vooraf over de correcte materialen, isolatiedikte en aanpak

Mis de laatste bouwnieuwtjes niet!

Ontvang onze wekelijkse updates vol nuttige tips over bouwen en verbouwen.

Wens je deze folder te lezen? Vul dan eenmalig je email adres in