Onzichtbare ventilatie

Het kleinste kamertje moet altijd voorzien worden van een afvoer van de slechte geuren. Of het nu een C-systeem is of een D-systeem, er moet een afvoerpunt voorzien worden. Het lijkt dus onvermijdelijk dat er een zichtbaar afvoerpunt in het toilet zal zijn. Dat hoeft echter niet het geval te zijn.
 
Wat veel mensen niet weten is dat een afvoerpunt in een WC ook onderaan de muur kan geplaatst worden. Als je een hangtoilet hebt, dan wordt de inbouwmodule ervan gewoonlijk afgewerkt met een wand. Als deze wand van boven tot onder doorloopt, dan kan je het afvoerpunt in deze wand ook onderaan voorzien. De inbouwmodule is een stuk minder breed dan het toilet zelf waardoor je voldoende plaats hebt om een ventilatiekanaal (ronde stalen buis of eender welk instortkanaal) naar een rooster of ventiel te plaatsen.
 
Het enige waar je eigenlijk echt op moet letten (en dat is niet alleen voor een toilet zo), is dat het debiet van het rooster achteraf gemeten kan worden.
 
Wanneer je deze regel in acht neemt, dan kun je eigenlijk heel erg veel verder gaan denken op het toilet. Als je bijvoorbeeld de inbouwmodule niet volledig afdekt tot bovenaan de ruimte, dan kun je het afvoerpunt ook bovenaan deze voorzetwand zetten. Je kunt vervolgens met indirecte verlichting (eigenlijk ook indirecte verluchting) gaan spelen.

Het moet meetbaar blijven

Wanneer je de positie van afvoerpunten creatief gaat invullen, dan moet je opletten dat van dit afvoerpunt nog steeds het debiet gemeten kan worden voor de inregeling (afstelling) van het ventilatiesysteem en voor de metingen voor het ventilatieprestatieverslag.
 
Er zijn echter een paar trucjes die gebruikt mogen worden. Ze worden door WTCB en VEA toegelaten, maar niet aangeraden. Het voornaamste trucje is het werken met een bocht en met een meetplaat. Wanneer een afvoerpunt achter een wand in zit, maar er toch nog een bocht op geplaatst kan worden om tot voor de wand te komen, dan mogen een bocht en een meetplaat geplaatst worden om de afstelling en de controlemeting van de debieten te doen. Er wordt hierdoor een kleine meetfout gemaakt, maar de meetfout levert steeds een lager debiet op dan het debiet dat er zonder de bocht en de meetplaat is.

Alle ventilatieroosters en ventielen onzichtbaar?

Wat voor de WC kan, kan eigenlijk ook voor elke andere ruimte waar er lucht afgevoerd moet worden. In de keuken, de wasplaats of de badkamer kan op een gelijkaardige manier met de plaats van het afvoerpunt omgesprongen worden.
 
Wat voor ruimten met luchtafvoer (de natte ruimten) gaat, dat gaat echter niet voor ruimten met luchttoevoer. In een D-systeem mag je dus niet zomaar een rooster of een ventiel achter een wand of in de hoek zetten. Integendeel! Je zou hiermee heel erg veel tochthinder, lawaai of zelfs een veel te laag debiet kunnen krijgen. Het trucje met de bochten zoals bij de afvoerpunten, mag je hiervoor niet gebruiken.
 
Dit is omdat bij luchttoevoer de lucht inblaast in de ruimte en daardoor ook hinder (tegendruk) ondervindt van elke wand of rand die ervoor staat. Een bocht en meetplaat zetten om te meten levert een foutieve meting op. Eigenlijk is een toevoeropening die achter een wand zit dus onmeetbaar. Als het toevoerpunt niet meetbaar is, dan zal je zelfs een boete gaan krijgen als de ventilatieprestatieverslaggever komt meten.
 
Samengevat: een afvoerpunt kun je “uit het zicht” plaatsen, bij een toevoerpunt gaat dit niet.

 
Auteur: Andy Camps – november 2016